Ingezonden – Dit verdient het niet om politiek genoemd te worden

HOLLUM – Een ingezonden mededeling, PA plaatst ze van harte om discussie op gang te brengen, verschillende visies op een zaak te laten zien en om zaken helder te krijgen. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van de ingezonden brief ligt bij de afzender. Anonieme inzendingen worden niet geplaatst. Melanie Bakema, dochter van, schrijft namens de familie een betoog over de politiek op Ameland. De aanleiding hiervoor is dat ze de noodzaak voelt om te reageren op de berichtgeving over de politiek op Ameland in de Leeuwarder Courant.

“Dit verdient het niet om politiek genoemd te worden…”

Gemeenten worden als gevolg van gemeentelijke herindeling steeds groter en komen verder af te staan van de burger. Verondersteld wordt dat grotere gemeenten efficiënter kunnen werken en dat er meer ruimte is voor hogere kwaliteit van bestuur, gemeenteraad en ambtenaren. Als Amelandse van afkomst en dochter van ex-wethouder mr. Will Bakema heb ik de ontwikkelingen op het eiland van de afgelopen tijd vol verbijstering aanschouwd. Ik ben een groot voorstander van bestuur en politiek zo dicht mogelijk bij de burger, en zie dit in mijn onderzoek naar bestuur in tijden van rampen als essentiële voorwaarde voor goede en duurzame sociaaleconomische ontwikkeling. Desondanks zijn de ontwikkelingen in de politiek op Ameland van de afgelopen weken naar mijn mening niets minder dan misbruik van de democratische volksvertegenwoordigings-rechten van gemeenteraadsleden. Natuurlijk kan mij verweten worden gekleurd en niet-objectief te zijn als ‘dochter van’, maar tegelijkertijd: niets is objectief en de media zijn zelf verre van niet-gekleurd. Het politieke spel op Ameland in combinatie met de eenzijdige berichtgeving erover in de media verlangen naar mijn mening een uiteenzetting vanuit een ander perspectief.

Het draait allemaal – of beter gezegd: allemaal niet meer – om het dossier ‘De Hagen’. Dit dossier is voor het eerst ter sprake gekomen in de gemeenteraad in oktober 2015. Het voorstel luidde dat vier gemeentelijke huizen die direct naast de supermarkt staan, en waarvan de achtertuin grotendeels in eigendom is van de supermarkthouder, zouden worden gesloopt ten behoeve van uitbreiding van de parkeerplaats van de supermarkt. Het voorstel voor de vergunning hiervoor is voorbereid door wethouder Oud. Omdat de verandering van huisvesting naar parkeerplaats een wijziging in het bestemmingsplan benodigde, is het voorstel bestemmingsplanwijziging in de gemeenteraad besproken. Na een stemming in de gemeenteraad in oktober 2015 is de bestemmingsplanwijziging met krappe meerderheid aangenomen. De raadsleden van het CDA (3) en ABA (3) stemden voor sloop van de huizen en voor uitbreiding van de parkeerplaats, en Ameland ’82 (3), VVD (1) en PvdA (1) tegen. De wijziging van het bestemmingsplan was daarmee vastgesteld en het besluit bekendgemaakt, waarna een beroepstermijn volgde. Omwonenden hebben vervolgens beroep ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad. In reactie hierop heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS – hierna: RvS) uitspraak gedaan tot reparatie van het besluit, omdat er twee ondergeschikte omissies in het herzien bestemmingsplan waren geconstateerd. Omdat RvS een reparatieopdracht van het bestemmingsplan aan de gemeenteraad had gegeven, volgde een nieuwe stemming in de gemeenteraad in februari 2016. Opeens was de verhouding voor-tegen de wijziging echter omgedraaid: Ameland ’82 (3), VVD (1) en PvdA (1) stemden tegen de wijziging, en CDA (3) voor, maar 1 raadslid van ABA stemde voor en 1 nu toch tegen. Overigens was raadslid dhr. IJnsen van ABA niet aanwezig op raadsvergadering van 6 februari, waardoor er een stem van ABA miste.

Deze omslag ging verder dan de reparatieopdracht van de RvS. Immers, de opdracht betrof enkel een reparatie van een eerder genomen besluit. Als het college van Burgemeester en Wethouders (B en W) dit advies zou opsturen naar de RvS, zou dat een juridisch probleem voor gemeente Ameland opleveren en mogelijke schadeclaims van de supermarkt. Het college heeft in eerste instantie besloten het besluit van de gemeenteraad niet naar de RvS te sturen, maar wilde de raad de mogelijke scenario’s voorleggen, zodat herstel eventueel mogelijk was. De RvS zou anders zelf een besluit moeten nemen, met mogelijk negatieve consequenties voor de gemeente (die inmiddels zijn uitgekomen). Om die reden heeft het college geprobeerd de raad te informeren en mogelijk zijn besluit te herzien, om de raad te behoeden voor deze mogelijke gevolgen. Het college van B en W heeft vanuit deze achtergrond eerst de RvS verzocht extra tijd te krijgen. Helaas kreeg het college binnen één dag van de RvS te horen dat zij daartoe niet bereid was, terwijl intussen de tijd voor de raad verliep om nog tijdig te reageren op de opdracht van de RvS.

Nu de RvS op 19 april jl. uitspraak heeft gedaan is het hele bestemmingsplan ‘De Hagen’ in Hollum vernietigd. Interessant is hierbij dat de RvS onder meer heeft overwogen dat de gemeenteraad van Ameland niet heeft voldaan aan de reparatieopdracht van de RvS en de gebreken van het bestemmingsplan van 26 oktober 2015 niet heeft hersteld. Dit betekent dat het in deze zaak dus niet ging om het niet-tijdig toesturen van het raadsbesluit, maar om de niet uitgevoerde opdracht. Als het bewuste raadsbesluit van 6 februari 2017 wel tijdig was toegestuurd, dan was de RvS hoogstwaarschijnlijk niet tot een andere conclusie gekomen. Immers, de opdracht tot reparatie was niet uitgevoerd. Sterker nog, de raad heeft het hele collegevoorstel voor de reparatie verworpen en daarmee bestuursrechtelijk de RvS geschoffeerd.

Omdat het besluit van de gemeenteraad om deze redenen niet op tijd door het college van B en W naar de RvS is gestuurd, kon dit het college worden aangerekend. Terwijl de gemeenteraad in feite een niet correct reparatiebesluit had genomen, dat eenvoudig hersteld had kunnen worden, is gebleken dat een gemaakte fout in de afwikkeling van de vervolgprocedure een wethouder fataal kan worden. Omdat wethouder Bakema – anders dan bij de behandeling van het bestemmingsplan in 2015 – het collegevoorstel tot reparatie van het bestemmingsplan in de raadsvergadering van februari 2017 verdedigde, voelde hij zich nu verantwoordelijk en werd hij ook verantwoordelijk gehouden. Door het maken van een administratieve en procedurele inschattingsfout – want dat is waar het eigenlijk over gaat – is er ergens iets in de communicatie tussen de gemeentelijke organisatie en het college van B en W verkeerd gegaan. Niet meer en niet minder.

Echter, de procedurele kanteling en administratieve vervolgstappen waren niet nodig geweest als de besluitvorming in de gemeenteraad in februari 2017 niet zo veranderlijk was geweest ten opzichte van het eerder genomen besluit in oktober 2015. In het kader hiervan refereer ik aan de slottekst van het artikel “Plangever moet zijn werkvoorbereider serieus nemen” in de Gemeentestem van oktober 2016 van mr. drs. Doornhof: “Raadsleden moeten zich voldoende realiseren dat zij bij de vaststelling van een bestemmingsplan weliswaar politieke afwegingen mogen maken, maar dat ook zij zich aan voor bestuursorganen geldende rechtsregels moeten houden, zoals de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Daarom is bij de voorbereiding van raadsbesluiten een vergroot juridisch besef nodig.”

Ondanks dat alle documentatie over de kwestie uiteindelijk wel naar de gemeenteraadsleden is gestuurd en wethouder Bakema hierover uitleg had gegeven, had een meerderheid tijdens de raadsvergadering gezegd in hem geen vertrouwen meer te stellen. Dat de gemeenteraad in het kader van deze kwestie het vertrouwen in één wethouder had verloren, en de verantwoording en de reparatieopdracht niet met een meer juridisch besef had ontvangen, roept meerdere vraagtekens op. Bovendien kan het naar mijn mening worden gezien als eerste teken van niet-legitieme en onbehoorlijke politiek.

Een tweede reden waarom het niet meer over het dossier in kwestie ging, maar om de strijd tussen enkele politieke partijen en Ameland ’82, en meer in het bijzonder tegen dhr. Bakema, is dat het voornemen om een motie van wantrouwen in te dienen is voorbereid toen bij de indieners bekend was dat twee raadsleden van de coalitiepartijen niet op de raadsvergadering aanwezig konden zijn vanwege vakantie in het buitenland. Met name de oppositie heeft de kans, dat een aantal aanwezige raadsleden van de coalitie de dreigende motie van wantrouwen moeilijk meer kon verwerpen, aangegrepen, om geen andere reden dan een persoonlijke om dhr. Bakema kwaad te berokkenen. Dit duidt letterlijk op stemmingmakerij en sensatie en niet op de beginselen van behoorlijke politiek, zoals een verbod op bevooroordeeldheid, partijdigheid en vooringenomenheid.

Na een gestaafd verweer van beide wethouders Oud en Bakema, waarin ze duidelijk hebben gemaakt dat ze een zorgvuldige afweging hebben gemaakt in het belang van Ameland, was het volledige vertrouwen in de coalitie en in wethouder Bakema niet hersteld. Wethouders Bakema en Oud konden zich wel blijven verantwoorden over de door hun genomen besluiten, maar door een vooringenomen houding van meerdere raadsleden, was dit eigenlijk bij voorbaat kansloos. Dhr. Bakema heeft de stemming over de motie niet afgewacht, heeft zich niet verlaagd tot deze ondermaatse omgangsvormen en is bij zijn besluit gebleven door op te stappen als wethouder.

Na lof- en steunbetuigingen, en blijken van afkeer van deze politieke gang van zaken, van de fractieleden van Ameland ’82 Groenewold en Brouwer en wethouder Oud, wilde ABA toch nog een stemming over de motie. Dit zie ik als derde reden voor de afwezige focus op de inhoud en kwestie waar het eigenlijk om draait. Een stemming over een voorgenomen motie van wantrouwen tegen een persoon die zijn functie al heeft neergelegd, gaat nergens meer over en is in mijn ogen niets anders dan een ‘mosterd na de maaltijd-natrap geven’. Burgemeester De Hoop, voorzitter van de gemeenteraad, werd vervolgens door raadsleden van ABA, VVD en PvdA, en door journalistiek van de Leeuwarder Courant, verweten niet-onafhankelijk te zijn. Het feit dat raadsleden van Ameland ’82 eerst het woord kregen na de schorsing in plaats van de aanvrager van de schorsing, dhr. IJnsen – dhr. Bakema kreeg niet als eerste het woord zoals eerder feitelijk foutief vermeld in de Leeuwarder Courant – zou naar mijn mening echter gezien moeten worden als een teken van respect, menselijkheid en goed bestuur.

Op basis van deze drie punten kan er geen andere conclusie getrokken worden dan dat de situatie ‘De Hagen’ is misbruikt als middel om dhr. Bakema in een kwaad daglicht te zetten. Hij heeft zich niet verlaagd tot dit niveau van politiek en heeft de eer aan zichzelf gehouden. Het ging niet over de inhoud en alleen maar over eigen gewin ten koste van anderen. Bovendien stonden enkele raadsleden erop dat wethouder Bakema per direct zou opstappen, anders dan de gebruikelijke maand overdrachts- en opzegtermijn. Ieder persoon weet dat een goede overdracht essentieel is voor goed (politiek) bestuur, dus de vraag kan gesteld worden of aandringen op een onmiddellijk vertrek daadwerkelijk in het algemene belang van Ameland zou zijn.

De huidige sterke positie van Ameland op regionaal, nationaal en zeker ook internationaal niveau is na 2006 ontstaan door de inspanningen van een sterk, collegiaal bestuur van de wethouders en geleid door burgemeester De Hoop. Anders dan wat er in de media wordt beweerd, mogen de ontwikkelingen van het afgelopen decennium die te danken zijn aan de goede samenwerking en toewijding van het college van B en W, wel eens geprezen worden. In de kwestie ‘De Hagen’ hebben de wethouders een zorgvuldige afweging gemaakt om de mogelijke consequenties van het raadsbesluit uit te werken en deze aan de raad voor te leggen om zijn besluit eventueel te kunnen herzien.

Helaas zou deze door de oppositie aangezette soap wel eens reden voor de provincie en het rijk kunnen zijn om Ameland niet langer een zelfstandige gemeente te laten zijn. De wrange politiek die is bedreven, is van een zodanig niet-legitiem en respectloos niveau dat het niet verdient politiek genoemd te worden. De gezette stappen en woordvoering van sommige raadsleden zijn naar mijn mening een afbreuk van rechtmatige en waardige politiek, en een illustratie van raadsleden die in plaats van hun volksvertegenwoordiging-verantwoordelijkheid te nemen, misbruik maken van de aas naar een politiek podium.

Ameland kan Will Bakema dankbaar zijn voor zijn jarenlange inzet voor de Amelandse samenleving, voor de grote stappen naar een duurzaam eiland die er zijn gezet, voor het altijd klaar staan voor de mensen, en voor het zelfstandige behoorlijke bestuur dat het eiland vele jaren heeft gekend. Hij zou in het komende jaar het stokje overdragen aan een nieuwe lijsttrekker van Ameland ’82 en van zijn welverdiende pensioen gaan genieten. Dit kan hij nu dus ‘vervroegd’ gaan doen op 71-jarige leeftijd (!). Uit deze leeftijd van mijn vader – mr. Will Bakema – spreekt een hoop kennis en kunde over het gemeentelijke bestuur. Het doet totaal geen recht aan de werkelijkheid dat een nauwkeurig, intelligent, collegiaal en bereidwillige persoon en bestuurder wordt verward met leuzen als ‘rommelaar’, iemand die ‘slordigheidjes’ zou begaan en die zich zou ‘bemoeien met andermans dossiers’. In plaats van taken af te schuiven op anderen, zogenaamd vanwege zijn leeftijd, stond – en staat – mijn vader altijd klaar om op welk moment van de dag of nacht dan ook, anderen te helpen. De Amelandse gemeenschap heeft haar vertrouwen in Will Bakema dikwijls uitgesproken door zijn partij – Ameland ’82 – keer op keer te verkiezen als grootste partij. Veel mensen hebben hun onbegrip geuit over wat er zich in de gemeenteraad heeft afgespeeld, hebben steun aan mijn vader betuigd en maken zich zorgen over de politiek op Ameland. Van de media mag toch een enigszins kritischer en meer gefundeerde blik in haar berichtgeving worden verwacht dan het vertolken van roddels. Helaas is het afscheid van de politiek iets anders gelopen dan gepland, maar door zich niet te verlagen tot dit soort asociale politiek heeft Will Bakema de eer aan zichzelf gehouden en op een waardige manier zijn politieke carrière op Ameland afgesloten.

Tot zover dit betoog.

Namens de hele trotse familie,

Melanie Bakema, MSc.

Dochter van Will Bakema, ex-wethouder Ameland ’82, gemeente Ameland

Promovenda Rijksuniversiteit Groningen en Katholieke Universiteit Leuven

reacties op Facebook zijn mooi, maar reacties op het Forum zijn nog mooier. Daar zijn ze later veel beter terug te vinden. Reageren kan hier ( inloggen kan ook met social network account)

Jeanet de Jong
Jeanet de Jong

Jeanet de Jong stopt op 31 augustus 2023 met haar Persbureau Ameland. De nieuwsvoorziening wordt onder dezelfde naam, met een ander logo en andere opmaak als nieuwsblog voortgezet door een externe partij. De mailadressen gekoppeld aan de website verdwijnen.

Artikelen: 18280

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *